Stemmen winnen

Laurens ten Dam stond zowat te huilen, gisteren aan de finish. Hij was gevallen en opgestaan, had daarna op kop gereden om twee ontsnapte renners in te halen, maar dat was mislukt. Inderdaad wel wat om te janken. Net als de bergritten van het voorbije weekend, zo langdradig en saai.
Tijdens de Tour van 2008 zat in Austin, Texas, Lance Armstrong naar de televisie te kijken. Hij zag de rit naar Alpe d’Huez. Carlos Sastre sprong daar weg en werd niet meer ingehaald. Het ging niet zo heel hard die dag. Armstrong zag het aan en dacht: dat kan ik ook nog wel. Fijn voor hem, mooi voor het publiek, maar in het afgelopen weekend funest voor het koersverloop.
De overmacht van Armstrongs ploeg is weer net zo groot als vroeger, en zelf is hij ook niet minder macho geworden. Gisteren reed The Boss persoonlijk een gaatje dicht, toen het hem te lang ging duren. Iedereen kijkt weer net zo tegen Armstrong op als in de zeven jaren dat hij de Tour won, aanhankelijk en bang tegelijk.
In zijn eerste regeerperiode runden Armstrong en ploegleider Johan Bruyneel samen hun ploeg. Armstrong en Bruyneel, in die volgorde. Met een blackberry in zijn hand, regeerde Lance het hele land. Even een nieuwe renner contracteren, een nieuw model tijdritfiets regelen, een bevriend renner sms’en; Armstrong als koning van de intacte contacten.
Wie nu om een uur of twaalf ’s nachts een mailtje naar Armstrong stuurt, krijgt nog dezelfde minuut antwoord, onthulde Astanas pr-man Philippe Maertens vorige week. Normale Tourrenners slapen rond die tijd, Armstrong niet. Zijn onuitputtelijke energie stelt hem in staat het fietsen erbij te doen. De rest van zijn tijd gaat op aan allianties smeden, vrienden maken, een charmeoffensief. Een beetje inspelen op de sentimenten, vriendelijke interviews geven, in de gunst komen. Niet alleen bij collega’s die in de koers kunnen helpen, ook bij het publiek. Stemmen winnen, als het ware.
Armstrong wil de politiek in en is met zijn kankerfonds al een eind op weg. Het lobbyen gaat hem goed af, in de Tour oefent hij nog een beetje door. Zo legt hij een sportwedstrijd lam. Vrienden vallen hem niet aan, vijanden vrezen de kracht van zijn ploeg. Chapeau voor Armstrong, jammer voor de koers. Een live-uitzending van één tot vijf duurt zo wel erg lang. Je zou er bijna voetbalfan van worden. Twee keer drie kwartier en klaar.

Reacties: info@elshout.nu

terug verder